Diamonds are a girl’s best friend
Het ontstaan van diamant
Diamant is koolstof dat onder hoge druk en hoge temperaturen is gekristalliseerd. Het proces speelt zich af in de diepe gedeelten van de aardkorst (tussen 140 en 190km diep). Om diamant te vormen zijn er temperaturen van 1100-1300°C nodig.
Dankzij vulkanisme kunnen we deze stenen toch aan de oppervlakte vinden. Ze zijn met explosieve kracht uit het binnenste der aarde naar de oppervlakte gedrongen en in kraterpijpen, de beroemde ‘pipes’, verstard. De diamanten zelf vinden we in blauwe aarde of ‘blue ground’, deze kleur komt van het vulkanische gesteente.
De koolstofatomen stapelen zich in de loop van de tijd onder de druk en hitte op. Uiteindelijk krijgen de koolstofdeeltjes samen de vorm van een octahedron – een dubbele piramidevorm. Dit was ook de eerste vorm waarin een diamant geslepen werd. Het hele proces neemt een paar miljoen jaar in beslag.
Tegenwoordig kan men ook diamant maken in laboratoria.
Vindplaatsen
Tot het begin van de 18e eeuw kwamen alle diamanten uit Indische mijnen, die toen stilaan uitgeput raakten. Vanaf 1725 werden er ook diamanten gevonden in Zuid-Amerika. In de 18e & 19e eeuw was Brazilië de leider in het ontginnen van diamant en werd later afgelost door Zuid-Afrika.
Afrika is het continent met de meeste diamanten. De eerste diamantvondst werd in 1866 ontdekt in het brongebied van de Oranje-rivier, die door Zuid-Afrika, Lesotho en Namibië stroomt.
In 1962 begon er een grootscheepse exploitatie voor de kust van Zuidwest-Afrika (Namibië). Ook in de Russische Oeral werden in 1829 afzettingen gevonden, al hadden deze geen economische waarde.
Maar in 1949 ontdekte men belangrijke afzettingen in oostelijk Siberië (Jakoetië) en later ook talrijke pijpen. De meeste bekende pijp, de Kimberleymijn, werd tussen 1871 en 1908 door mensenhanden gegraven, zonder enige machine in Kimberly, een plaats in Zuid-Afrika. Daarbij ontstond de grootste kunstmatige kuil in het aardoppervlak, de bekende ‘big hole’ of ‘Die Groot Gat’ bij Kimberley. De doorsnede aan de oppervlakte is 460m en de schachtdiepte 1070m. In totaal werd hier 14,5 miljoen karaat aan diamant gewonnen! Ondertussen is de mijn gesloten.
Ontginning
Het ontginnen van een kimberlietpijp gebeurt met schachtbouw. Naast de pijp wordt een schacht gemaakt, stenen worden opgeblazen en dan kan men beginnen graven. Het diamanthoudend gesteente wordt afgebroken en de nieuw vrijgekomen ruimte wordt opgevuld met nazakkend puin. Met steenbrekers wordt de ‘blue ground’ vergruisd door hier enorm veel druk op uit te oefenen. Het vergruisde steen worden hierna in waspannen als slik uitgescheiden, zo blijft er een concentraat aan diamanten en andere zware mineralen over. Het concentraat wordt gestort op een met vet ingesmeerde, schuin opgestelde transportband. De diamanten blijven dan aan het vet kleven.
Diamanten kunnen ook gesorteerd worden door elektrostatische scheiding, optische scheiding (met behulp van fotocellen) of fluorescentie (met röntgenstralen). Men spreekt van een rendabele diamantopbrengst bij ontginnen vanaf er 0,2 karaat per ton moedergesteente is, gemiddeld is er 0,5 karaat per ton moedergesteente.
De diamanthandel
De wereldhandel in ruwe diamant wordt voor 80% geleid en gecontroleerd door de verkoopsorganisaties van ‘De Beers Consolidated Mines’, bekend onder naam ‘The Diamond Trading Company’ met het hoofdbureau in Londen. Dit ‘syndicaat’ heeft als doel een buffer te zijn tussen productie en handel. Alle voor sieraden geschikte diamanten worden door deze onderneming gesorteerd en kunnen door diamantairs, die door het syndicaat zijn toegelaten, worden gekocht tegen vastgestelde prijs en contante betaling. Vandaaruit gaan de diamanten naar de diamantbeurzen. Eén van de voornaamste is die van Antwerpen, waar 50% aan ruwe en 70% aan geslepen diamant van de wereldproductie wordt verhandeld. Het syndicaat controleert en beïnvloed door zijn verkoopsysteem ook de prijzen bij de makelaars. Het doel is de diamantprijzen op peil te houden.
Eigenschappen van diamant
Diamant is de enige edelsteen die uit éénzelfde atoom is samengesteld, nl. koolstof (C). Diamant bestaat uit zuivere koolstof in een kristalisatievorm. Op diamanten, zelfs de kleinste steentjes, kunnen dikwijls driehoekige etsfiguurtjes worden waargenomen. Ze komen overeen met de vlakken van de octaëder, dit is de kristalvorm waarin diamant het meest wordt aangetroffen. Andere kristalvormen zijn de rombendodecaëder, de hexakis octaëder – tweelingen volgens de octaëder – en plaatvormige tweelingkristallen. Karakteristieken van de diamant zijn afgeronde hoeken, gebogen vlakken en etsfiguren, het gevolg van latere gedeeltelijke blootstelling aan hitte of etsende substanties.
Diamant is in het algemeen ongevoelig voor chemicaliën. Diamant kan in het vuur worden gebracht zonder schade te ondergaan, erop lettend dat er niet te grote fouten en geen te diepgaande barsten aanwezig zijn. Steeds afdekken tegen warmte met borax en boorzuur is wel aangeraden.
Diamant is de hardste der mineralen (hardheid 10). Deze hardheid is echter voor de verschillende kristalvlakken niet even groot. Daarom is het mogelijk diamant met diamant te slijpen, omdat in diamantslijppoeder iedere hardheid voorkomt.
De kleur en zuiverheid worden door de natuur bepaald. De meest gezochte en volmaakte kleur bij diamant is die der algehele kleurloosheid, welke door lichtbreking leidt tot het befaamde “blauw-wit” effect.
Diamant komt in bijna alle kleuren voor, waarvan de gele en de bruine het veelvuldigste zijn. De koolstof wordt gekleurd door chroom die zich in de diamant bevindt, al zit hier zo weinig in dat deze niet in de scheikundige formule vermeld wordt. Diamanten kunnen, net als andere mineraalsoorten, door bestraling van kleur veranderen.
Hoe worden synthetische diamanten gemaakt?
“Lab grown diamonds” of synthetische diamanten ontstaan anders dan natuurlijke diamanten. Ze bestaan uit dezelfde grondstof, maar hebben een minder langere tijd nodig om te ‘groeien’. Deze labdiamanten worden op 2 verschillende manieren gemaakt.
De HPHT-methode (High Pressure High Temperature) en de CVD-methode (Chemical Vapor Deposition), deze laatste staat voor chemische dampafzetting staat. Ze zijn goedkoper dan natuurlijke diamanten.
Met de huidige technieken kan er ook al een diamant gemaakt worden met de as van uw dierbare. De diamant krijgt hierdoor een tastbare en unieke as-bestemming. Dit is mogelijk omdat koolstof het op een na meest voorkomende element is in het menselijk lichaam. Diamanten worden gemaakt door samenpersing van koolstof. Nog niet veel bedrijven kunnen dit, wat het ook vrij duur maakt.
Kwaliteit van een diamant
De kwaliteit van een diamant wordt bepaald door vier factoren, de 4 C’s. Deze bepalen de waarde en prijs van een diamant. Het is belangrijk dat je weet welke kwaliteit je koopt.
Bij de aankoop van een diamant waarvan de kwaliteit vastgelegd werd volgens de 4 C’s, krijgt je altijd een certificaat waar de kleurgradatie, zuiverheid, slijpwijze en het gewicht vermeld wordt.
Waarvoor staan de 4 C’s?
Color – Kleur
Elke diamant krijgt een kleurgradatie toegewezen dewelke de kwaliteit en waarde bepaald. Er werd door het GIA een internationale kleurenset vastgesteld op basis van letters. Diamanten met een hoge kleurloosheid en hoge zuiverheid scoren het hoogste, en dragen het label D, E of F. Lager gegradeerde diamanten met licht gele schakering krijgen een label van S tot Z.
Er zijn naast witte, kleurloze of gelige diamanten ook gekleurde diamanten zoals bruine, oranje, roze, blauwe, rode en groene diamanten. Deze worden “fancy coloured” genoemd.
Kleur | Benaming | |
D | Fijnste wit+ | Volledig kleurloos. Deze diamanten vertonen geen enkel spoor van een kleur. Ze zijn zeer zeldzaam |
E | Fijnste wit | Kleurloos. Enkel minuscule sporen van kleur kunnen ontdekt worden door een gemmoloog. |
F | Fijn wit+ | |
G | Fijn wit | Zo goed als kleurloos. Ze lijken kleurloos voor de ongeoefende blik. |
H | Wit | |
I | Licht getint wit+ | Licht getint. Ze vertonen nauwelijks zichtbare warm-witte kleur. |
J | Licht getint wit | |
K | Getint wit+ | Zeer licht getint. |
L | Getint wit | |
M | Getinte kleur | Zichtbaar gekleurd, bleek geel. |
N | Getinte kleur | |
O | Getinte kleur | |
P-Z | Getinte kleur |
Clarity – Zuiverheid
De zuiverheid wordt door een expert bepaalt door de edelsteen onder een loep te leggen die de steen 10 maal uitvergroten. Het grosso modo van de diamanten zal enkele onzuiverheden bevatten dewelke de helderheid van de diamant belemmeren. Hierdoor kan het licht minder goed reflecteren, deze diamanten zullen dus minder schitteren dan een zuivere edelsteen. Wanneer er absoluut geen onzuiverheden te vinden zijn word de diamant zuiver (flawless) of ‘loupe clean’ genoemd en is ze dus van de hoogste kwaliteit.
Externe onzuiverheden, door beschadiging of slijtage, worden vlekken genoemd. Onzuiverheden binnenin de diamant worden gevormd tijdens het ontstaansproces van de edelsteen en noemen we inclusies. Er bestaan drie soorten inclusies:
- Zwarte spots of donkere vlekken – ontstaan in de koolstoffase
- Clouds of sluiers – microscopische sluiervormige inclusies die de helderheid verzwakken
- Het meest voorkomende type inclusie zijn de breuken ook wel pluimen of feathers genoemd – moleculaire breuken in de opbouw van de koolstofstructuur van de diamant.
Zuiverheid |
Benaming |
|
LC |
Geen inclusies |
Loupe Clean of flawless dwz de hoogste helderheidsgraad. Geen inclusies zichtbaar onder een loep met vergroting 10x. |
VVS1 |
Zeer kleine inclusies, onzichtbaar voor het blote oog |
Very Very Small Inclusion: De inclusies zijn moeilijk zichtbaar onder een loep met vergroting 10x. |
VVS2 |
||
VS1 |
Very Small Inclusion: De inclusies zijn zichtbaar met een loep 10x, maar onzichtbaar voor het blote oog. |
|
VS2 |
||
SI1 |
Kleine inclusies, kunnen zichtbaar zijn |
Small Inclusion: De inclusies kunnen zichtbaar zijn met het blote oog. |
SI2 |
||
I1 |
Zichtbare inclusies |
Inclusion: De inclusie is duidelijk zichtbaar met het blote oog. |
I2 |
Carat – Karaat
De eenheid van gewicht is, zoals ook voor andere edelstenen, het karaat (ct).
1 karaat : 1/5 gram = 0,2 gram = 200 mg
Het karaat wordt nog onderverdeeld in hondersten of punten:
1 karaat = 100 punten
1 punt = 1/100 karaat of 2mg
2 grein = 0,50ct
1 grein = 0,25ct
Het gewicht van een diamant wordt dus uitgedrukt in karaat met vermelding van twee cijfers na de komma. De prijs van diamant wordt algemeen uitgedrukt “per karaat”.
Cut – Slijpkwaliteit
Het slijpen (een menselijke ingreep) van een ruwe diamant in verschillende facetten bepaalt de schittering die de edelsteen bekomt. Hoe meer facetten er worden geslepen tijdens het slijpproces, hoe meer de diamant het licht zal kunnen reflecteren en mee de glans zal bepalen.
Het onderdeel dat bepaalt of het licht mooi zal reflecteren noemt men het paviljoen van een diamant, dit mag niet te diep of te ondiep geslepen worden. Diamanten die niet mooi geslepen werden zullen licht laten ontsnappen of zullen donkere vlakken vertonen. Perfect geslepen diamanten zullen bijna altijd het licht het bovenste deel (de kroon) laten schijnen.
De slijpwijze van het platte vlak (of tafel genoemd) kan de diamant optisch groter doen lijken. De gordel, de ‘rand’ aan de zijkant van de diamant, zorgt voor de stevigheid van de edelsteen. De gordel wordt omschreven van extreem dun tot extreem dik.
Ook onderaan de diamant vinden we een facet, genaamd de culet. Een diamant heeft namelijk geen punt, maar een minuscuul vlak dat niet zichtbaar is met het blote oog. Een perfect geslepen culet draagt bij aan de schittering van de diamant en zorgt ervoor dat het licht niet ontsnapt aan de onderkant.
Welke slijpvormen bestaan er?
De bekendste slijpvorm is de briljant of de ronde vorm. De diamant wordt hierbij in 57 of 58 facetten geslepen. Een diamant in briljantvorm schittert het hardst. Daarnaast bestaan er nog andere slijpvormen die we ‘fancy vormen’ noemen en in meerdere facetten geslepen zijn. Afhankelijk van uw persoonlijke smaak kan u uw juweel afwerken met een diamant in marquise, peervorm, ovale vorm, hartvorm, princess of emerald vorm.